Mariano Molina van het onderzoeksinstituut Cancer Center Amsterdam (CCA) ontvangt een AUF Startstipendium.
Baarmoederhalskanker wordt vaak veroorzaakt door een infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Hoewel vroegtijdige opsporing cruciaal is, zijn er wereldwijd aanzienlijke barrières: ‘In landen zoals Panama, waar ik vandaan kom, zijn screeningprogramma’s niet zo goed georganiseerd als in Nederland,’ vertelt Molina. ‘Daar wordt meestal begonnen met een PAP-test en pas daarna een HPV-test. Dit is minder effectief, want ze kijken eerst naar celafwijkingen en pas met de HPV-test zien ze of het HPV-virus aanwezig is. De ziekte baarmoederhalskanker ligt daar ook gevoelig, omdat HPV een seksueel overdraagbare infectie is.’
Bovendien zijn invasieve tests zoals uitstrijkjes niet altijd praktisch of toegankelijk, vooral in lage- en middeninkomenslanden. Molina’s project biedt een oplossing: ‘Met een nieuwe test op urine kunnen vrouwen eenvoudig hun urine vanuit huis opsturen zonder een kliniek te hoeven bezoeken. Dit verlaagt de drempel voor deelname aanzienlijk.’
Het onderzoek richt zich op zogenaamde transfer-RNA’s (tRNA’s) als biomarker voor baarmoederhalskanker. ‘Onze eerste stap is moleculen vinden die van uiterlijk veranderen tijdens de ontwikkeling van kanker,’ legt Molina uit. ‘Daarna kijken we of we die moleculen ook in urine kunnen vinden. Als dat lukt, kunnen we een niet-invasieve diagnostische test ontwikkelen.’
De methodologie van Molina is innovatief en multidisciplinair. ‘We combineren technieken zoals sequencing (een laboratoriumtechniek die wordt gebruikt om de volgorde van nucleotiden, de bouwstenen van DNA of RNA, in genetisch materiaal te bepalen) met cellijnen en klinische monsters van vrouwen met en zonder HPV of baarmoederhalskanker. Zo wordt onderzocht hoe deze moleculen zich gedragen in verschillende stadia van de ziekte. We weten dat ze kunnen veranderen, maar we weten nog niet wat ze doen bij kanker,’ zegt hij.
Met een urinetest kunnen we screening toegankelijk maken voor vrouwen wereldwijd, vooral in landen waar traditionele testen veel vrouwen niet bereiken of te stigmatiserend zijn
Het project is een samenwerking tussen verschillende onderzoeksgroepen binnen de afdeling Pathologie en het Cancer Center Amsterdam van het Amsterdam UMC. ‘We werken samen met experts in sequencing, experts in biomarker onderzoek en clinici, en maken gebruik van nieuwe technieken die speciaal zijn ontwikkeld om tRNA’s nauwkeurig te detecteren. Deze moleculen zijn erg klein en hebben unieke modificaties, dus we moeten heel precies zijn.’
‘We willen begrijpen welke tRNAs veranderen tijdens de ziekte. Dit kan niet alleen de vroege opsporing van baarmoederhalskanker verbeteren, maar ook inzicht geven in de biologische mechanismen achter kanker.’
Molina hoopt binnen twee jaar significante resultaten te behalen. ‘Als we kunnen bewijzen dat deze moleculen als biomarker voor baarmoederhalskanker in urine kunnen worden aangetoond, kunnen we werken aan een PCR-test die eenvoudig en betaalbaar is. PCR-machines zijn wereldwijd beschikbaar, dus zo’n test kan in veel landen worden ingezet.’
De impact van het onderzoek kan groot zijn:
Het AUF Startstipendium speelt een cruciale rol bij de uitvoering van het project. ‘Het stipendium maakt het mogelijk om laboratoriummaterialen en sequencingkosten te dekken,’ legt Molina uit. ‘Het voelt als een erkenning voor het belang van mijn onderzoek.’
Voor Molina persoonlijk is de beurs een springplank. ‘Het geeft me de kans om een risicovol, maar veelbelovend idee te ontwikkelen. Dit soort financiering helpt jonge onderzoekers om innovatieve projecten te starten en hun weg in de wetenschap te vinden.’
De potentiële impact van Molina’s werk reikt verder dan Nederland. ‘Met een urinetest kunnen we screening toegankelijk maken voor vrouwen wereldwijd, vooral in landen waar traditionele testen veel vrouwen niet bereiken of te stigmatiserend zijn,’ benadrukt hij.
Molina ziet zijn onderzoek als een opstap naar bredere toepassingen in de opsporing van kanker. ‘Mijn droom is om een test te ontwikkelen die verschillende signalen combineert – tRNA’s, het microbioom, en andere biomarkers – om een completer beeld van de ziekte te krijgen,’ zegt hij. Met dit onderzoek hoop ik een verschil te maken, niet alleen voor vrouwen in Nederland, maar wereldwijd.’