Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Hoe kun je niet alleen medische en biomedische studenten beter voorbereiden op hun vak, maar ook de kloof tussen de academische wereld en de ervaringen van patiënten dichten? Elza van Deel, universitair docent fysiologie aan het Amsterdam UMC, werkt aan een ambitieus project waarin ervaringsdeskundigen met een medische aandoening een centrale rol spelen in het onderwijs. Dankzij het AUF Startstipendium kan zij deze unieke aanpak verder ontwikkelen.

In de master Cardiovasculaire Wetenschappen, waarin Van Deel lesgeeft, is een interessante dynamiek zichtbaar: ‘Geneeskundestudenten zien vaak patiënten, maar missen vaak het wetenschappelijke perspectief. Biomedische studenten leren veel over ziektes, maar zien zelden mensen met een aandoening,’ legt Van Deel uit. Het gevolg is dat studenten niet altijd een compleet beeld hebben van wat een ziekte voor een patiënt betekent en hoe ze met wetenschap kunnen bijdragen aan het begrijpen en verbeteren van de situatie. 

Van Deel ziet dit als een gemiste kans. ‘Het is niet genoeg om studenten over bijvoorbeeld boezemfibrilleren te leren. Ze moeten ook begrijpen wat dit voor een persoon betekent. Het is geen ‘zielige patiënt’, maar iemand met waardevolle ervaringen en inzichten die kunnen bijdragen aan het onderwijs én onderzoek.’ 

Wat zou beter onderzocht moeten worden? 

Van Deel betrekt ervaringsdeskundigen bij het onderwijsproces. Patiënten met boezemfibrilleren worden gevraagd om hun ervaringen en ideeën te delen via een patiëntenplatform. Deze input vormt de basis voor wetenschappelijk onderzoek dat door studenten wordt uitgevoerd. 

‘Ons idee is om studenten samen met mensen met een aandoening onderzoek te laten doen. Niet praten over hen, maar juist met hen samenwerken als ervaringsdeskundigen,’ zegt Van Deel. Via een nieuwsbrief op het platform worden patiënten eerst benaderd met vragen als: ‘Wat zou volgens u beter onderzocht moeten worden?’ Vervolgens vertalen studenten deze ideeën naar wetenschappelijke vragenlijsten, die via het platform door de patiënten worden ingevuld. 

Studenten leren dat een patiënt niet een vaag iemand is die je moet redden, maar een partner in onderzoek

Deze aanpak biedt verschillende voordelen. Ten eerste zorgt het voor betere verbinding tussen wetenschap en praktijk. ‘Studenten leren dat een patiënt niet een vaag iemand is die je moet redden, maar een partner in onderzoek,’ benadrukt Van Deel. Ten tweede draagt het bij aan de ontwikkeling van studenten als wetenschappers en communicators. 

‘Ze leren hoe je wetenschappelijk onderzoek doet en hoe je dat vertaalt naar een bredere doelgroep. Dat betekent niet alleen een wetenschappelijk artikel schrijven, maar ook communiceren met de patiënten die hun kennis hebben gedeeld,’ zegt ze. 

Patiënten zien wat er met hun input gebeurt  

Het project begint met een breed patiëntenonderzoek. ‘We vragen patiënten op het platform waar volgens hen onderzoek naar moet worden gedaan. Denk bijvoorbeeld aan de invloed van eetgewoonten of sport op boezemfibrilleren,’ vertelt Van Deel. 

Studenten werken deze ideeën vervolgens uit in vragenlijsten en analyseren de data. Naast wetenschappelijke rapporten maken zij ook toegankelijke samenvattingen en presenteren ze hun bevindingen aan patiënten tijdens een symposium. 

Het is belangrijk dat toekomstige artsen en onderzoekers leren om patiënten als partners te zien. Dit kan bijdragen aan een betere samenwerking en meer patiëntgerichte zorg.

‘Het idee is dat patiënten zien wat er met hun input gebeurt, en dat studenten leren hoe belangrijk het is om resultaten terug te koppelen en zich nog meer beseffen dat dit een echte opdracht is voor echte mensen en met echt onderzoek,’ legt Van Deel uit. 

Van Deel hoopt dat deze aanpak studenten een bredere kijk geeft op wat het betekent om met patiënten te werken. ‘Het is belangrijk dat toekomstige artsen en onderzoekers leren om patiënten als partners te zien. Dit kan bijdragen aan een betere samenwerking en meer patiëntgerichte zorg.’ 

Daarnaast is dit project een opstapje naar bredere toepassingen in het onderwijs. ‘Ik hoop dat we dit idee kunnen uitbreiden naar andere faculteiten en universiteiten. We zijn zelfs bezig met een werkgroep over patiëntparticipatie in onderwijs,' vertelt Van Deel. 

Onderwijsinnovaties op de kaart zetten 

Het AUF Startstipendium maakt de opstart van dit project mogelijk. ‘Het geld wordt gebruikt om het patiëntenplatform te verbeteren en ondersteuning te krijgen bij de organisatie,’ zegt Van Deel. Maar het stipendium biedt meer dan alleen financiële steun. ‘Het helpt om onderwijsinnovaties op de kaart te zetten en laat zien dat onderwijs net zo belangrijk is als onderzoek. Voor mij persoonlijk is het ook een kans om me verder te ontwikkelen als onderwijsinnovator.’ 

Van Deel hoopt dat het project niet alleen het onderwijs verbetert, maar ook de kloof tussen de academische en de echte wereld verkleint. Zoals ze zelf zegt: ‘Ik hoop dat studenten leren dat een patiënt niet alleen een medisch geval is, maar een ervaringsdeskundige met waardevolle inzichten. Het onderwijs moet niet alleen over kennis gaan, maar ook over mensen.’